Concept: Klassen overzicht

Klassen verenigen objecten die inhoudelijk samen horen, door de verschillende lagen heen. Omdat klassen op het volledige bestand van toepassing zijn, stellen ze je in staat om gelijkaardige objecten in een tekening te groeperen wanneer deze objecten om praktische redenen op afzonderlijke lagen moeten liggen. Op deze manier kan je de objecten als een groep bekijken, wijzigen en opsporen.

De klassen in Vectorworks zijn qua functie vergelijkbaar met − en worden op dezelfde manier geëxporteerd als − de lagen in AutoCAD. Als je een tekening exporteert naar AutoCAD, gebruik dan klassen om makkelijk bepaalde delen van de tekening te tonen of te verbergen. Als een consultant AutoCAD bijvoorbeeld gebruikt voor het uittekenen van de technische installaties van een gebouw, kan hij de Vectorworksklasse Interieur gebruiken om de laag met alle interieur te verbergen in AutoCAD. Op die manier hoeft hij niet alle interieurobjecten te verwijderen.

Klassen hebben bepaalde kenmerken die worden aangewend bij het tekenen en het organiseren van bestanden:

Je kan klassen gebruiken om de zichtbaarheid van objecten te regelen. De klassen die getoond worden in een volledig overzicht van de tekening, kunnen ervoor zorgen dat de mensen die afzonderlijke componenten installeren, de bomen door het bos niet meer kunnen zien. Je kan bijvoorbeeld alle verlichtingsapparatuur in de klasse “Verlichting” plaatsen en deze klasse onzichtbaar maken voor de documentatie bestemd voor de rigger-monteerders. Deze manier van organiseren stelt je in staat om hetzelfde bestand te gebruiken voor alle fases van een project en voor verschillende doeleinden.

Structure00616.png

Door middel van klassen kan je bepaalde grafische kenmerken, texturen en tekststijlen aan objecten toekennen (zie Kenmerken van een klasse toekennen).

Wanneer je objecten creëert, worden deze toegewezen aan de actieve klasse. De naam van de actieve klasse staat vetgedrukt in het Organisatievenster, het Navigatiepalet en de klassenlijst in de Weergavebalk. Hou er rekening mee dat wanneer je de lijst filtert, de actieve klasse mogelijk niet in de lijst wordt weergegeven.

Elke tekening heeft automatisch twee klassen: de klasse Geen en de klasse Maatlijnen. Alle maatlijnen die je creëert, worden standaard geklasseerd in de klasse Maatlijnen (u kunt deze instelling eventueel wijzigen, zie ). Alle andere objecten worden geklasseerd in de klasse Geen. Je kan deze twee klassen niet wissen, maar je kan ze wel een andere naam geven.

Complexe objecten, zoals symbolen en parametrische objecten, kunnen samengesteld zijn uit objecten die tot verschillende klassen behoren. In dat geval is het mogelijk om bepaalde delen van het complexe object te verbergen of te tonen.

Als de tekening gecreëerd werd op basis van een sjabloon, bevat het bestand mogelijk bijkomende klassen. Je kan klassen creëren, dupliceren, bewerken of verwijderen.

Als je over een Vectorworks-uitbreidingsmodule beschikt, kan je een reeks standaardklassen instellen die automatisch toegekend worden aan specifieke objecttypen zodra je deze in de tekening plaatst. Zie Lagen-, klassen- en zichtvensterstandaarden.

De eigenschappen van klassen kunnen ook als een criterium voor rekenbladen gebruikt worden. Op die manier kan je bijvoorbeeld een inventaris bijhouden met de kosten voor alle sanitairinstallaties in de klasse Leiding (zie ).

Klassen creëren

Objecten aan een klasse en laag toekennen

Klassen hiërarchisch weergeven

Eigenschappen van klassen bewerken

De actieve klasse veranderen

Geklasseerde objecten kopiëren en plakken

Commando’s voor de algemene zichtbaarheid van klassen en lagen

Zichtbaarheidskolommen

Het gereedschap Zichtbaarheid

Heb je niet gevonden wat je zocht? Stel je vraag aan Dex, onze virtuele assistent.